Duiken in energie-innovatie: resultaten tweede SWiM-workshop
We staan op een kruispunt: zetten we verder in op het opschalen van bewezen technologieën zoals offshore wind om de efficiëntie en betaalbaarheid te vergroten, of kiezen we voor meer diversiteit met offshore zonne-energie, golfenergie en andere nieuwe technologieën om het energiesysteem robuuster en innovatiever te maken?
Deze vragen stonden op 20 oktober centraal tijdens de tweede workshop binnen het SWiM-project. De workshop werd georganiseerd door De Blauwe Cluster in samenwerking met de projectpartners.
Evenwicht tussen innovatie, veerkracht en betaalbaarheid
De deelnemers doken in de uitdaging om innovatie, veerkracht en betaalbaarheid in evenwicht te brengen binnen een steeds complexer offshore energiesysteem. Veel vraagstukken rond zonnepanelen op zee, zoals de ruwe mariene omstandigheden, netaansluiting en vergunningen, zijn technisch van aard, maar weerspiegelen ook de bredere keuzes over het energiesysteem dat we willen uitbouwen.
Moet onze Noordzee evolueren naar een zone van technologische specialisatie, of eerder een dynamisch platform worden voor multi-energie-integratie? De antwoorden op deze vragen bepalen hoe de Belgische offshore strategie niet alleen bijdraagt aan hernieuwbare energiedoelstellingen, maar ook aan duurzame energiezekerheid en soevereiniteit op lange termijn.
Offshore wind als ruggengraat, zonne-energie en opslag als versterking
De gesprekken maakten duidelijk dat offshore wind vandaag de ruggengraat vormt van de Belgische strategie, maar dat bijkomende technologieën de veerkracht van het systeem kunnen vergroten. De integratie van drijvende zonnepanelen op zee (OPV) blijft voorlopig complex en kostelijk, waardoor vroege ontwikkeling best plaatsvindt nabij de kust of in zonnigere regio’s, terwijl België zich richt op optimalisatie van windenergie en uitbreiding van energieopslagcapaciteit.
Een effectieve combinatie van OPV en wind vereist co-design vanaf de ontwerpfase: achteraf aanpassen is duur en vermindert de betrouwbaarheid. Hoewel hybride systemen initieel hogere investeringen vragen, kunnen ze op termijn rendabel worden, zeker wanneer ze worden ondersteund door opslagtechnologieën die directe meerwaarde bieden in de Belgische Noordzeecontext.
Van pilots tot beleid
De verdere ontwikkeling van OPV vraagt om duidelijke standaarden en kleinschalige proefprojecten die stap voor stap de weg bereiden naar grotere toepassingen. Een vereenvoudiging van het huidige vergunningenstelsel, bijvoorbeeld via één gecoördineerd loket, zou de efficiëntie aanzienlijk verbeteren.
Beleidsmatig pleitten de deelnemers voor gerichte innovatieondersteuning en toegankelijke offshore testfaciliteiten, zoals de Blue Accelerator, in plaats van het aanpassen van bestaande tenders die minder geschikt zijn voor opkomende technologieën. Betrouwbaarheid blijft cruciaal: corrosiebestendige materialen, waterdichte bekabeling en duurzame PV-modules zijn essentieel om bestand te zijn tegen de uitdagende mariene omgeving.
Hoewel schaduw van windturbines beperkte impact heeft op het rendement van zonnepanelen, kan dit verder worden geminimaliseerd via geoptimaliseerde oriëntatie en lay-out. Gezien de beperkte haalbaarheid van golfenergie in België, lijkt de meest kansrijke hybride combinatie die van offshore wind, zonne-energie en opslag.
Conclusie
De algemene teneur van de workshop was duidelijk: België moet blijven inzetten op optimalisatie van windenergie en integratie van opslag, terwijl offshore zonne-energie stapsgewijs wordt ontwikkeld via gezamenlijk ontworpen, gestandaardiseerde en schaalbare systemen.
Een oprechte dank aan onze gastsprekers Valentin Dupont (Ocean Energy Europe), Sten Swanenberg (Dutch Wave Power), Midas Caubergs (Elia) en Andrew Borg (FLASC) voor hun waardevolle bijdragen!
Een volledig verslag van de workshop wordt binnenkort op deze pagina gepubliceerd.
Over SWiM
Het SWiM-project (Solar and Wind in the Belgian Marine Zone) doet onderzoek naar de combinatie van mariene technologieën in de exclusieve economische zone van België. De focus ligt daarbij op duurzame integratie van drijvende zonnepanelen in offshore windparken.
Het project wordt gefinancierd door het Belgische Energietransitiefonds en brengt zes partners samen, met name: KU Leuven ELECTA; De Blauwe Cluster; IMEC; UHasselt; KBIN; en ENGIE Laborelec.