Haalbaarheidsstudie naar ontzilting afgerond
Aan de hand van een set van criteria werden verschillende combinaties van technologieën gescoord en gerangschikt. Hieruit bleek dat zowel voor centrale als decentrale toepassing de technologietrein “zandfiltratie – coagulatie/flocculatie – ultrafiltratie – electrodialyse – omgekeerde osmose (brakwater)” de meeste opportuniteiten biedt voor het flexibel maken van de waterproductie.
In geval van het decentrale scenario (600m³/dag), is een lineaire controle strategie aangewezen waarbij de productie van water afgestemd wordt op de beschikbaarheid van windenergie. Voor het centrale scenario (10.000m³/dag) kiest men beter voor een optimale on/off controle strategie waarbij de productie van water wordt afgestemd op de day-ahead marktprijzen van elektriciteit.
Kosten en milieu
Door deze slimme aansturing kan een kostenbesparing van 15% gerealiseerd worden, in vergelijking met een installatie die enkel gebruik maakt van de gangbare netstroom. In theorie, kan elekrodialyse immers modulair geschakeld worden aan de hand van onmiddellijk beschikbare groene (wind- of zonne-)energie, dit in contrast tot een state-of-the-art RO installatie.
Wat betreft ecologische impact, bleek uit een literatuurstudie dat de mogelijkheden om de brine te valoriseren in Vlaanderen beperkt zijn. Als beste optie kwam de productie van chloor en natrium naar voor, die als grondstof kan dienen voor chloor-alkali fabrieken.
Conclusies en vervolg
De resultaten van de haalbaarheidsstudie hebben geleid tot een optimaal design voor het flexibel aansturen van het ontziltingsproces in functie van het energie-aanbod. De technologische uitdagingen moeten echter verder onderzocht worden in een pilootinstallatie.
Als beste locatie voor de pilootinstallatie kwam de haven van Zeebrugge naar voor, en meer specifiek op de Westerdam – die zich 4 km in zee uitstrekt – waar Universiteit Gent over een zeewater-intake beschikt.