Onderzoek naar het effect van zandwinning op de zeebodem
In de context van een stijgende zeespiegel stelt zich de vraag hoe we onze kustgebieden kunnen beschermen. Op de natuur geïnspireerde oplossingen, zoals duin-voor-dijk, bieden veelbelovende strategieën om niet alleen onze kust veilig te stellen, maar ook aanvullende ecosysteemdiensten te leveren, zoals zandoverlast verminderen en de biodiversiteit bevorderen.
Deze oplossingen vergen echter veel zand, en met het huidige tempo van de zandwinning zullen de hoogwaardige offshore zandvoorraden in België binnen 80 jaar uitgeput zijn. Daarom onderzoekt het SUSANA-project (Sustainable use of sand in nature-based solutions) hoe we zand uit alternatieve gebieden, zoals baggerstortplaatsen, kunnen (her)gebruiken.
Om deze op de natuur gebaseerde oplossingen duurzaam te maken, is het van cruciaal belang om te begrijpen welke impact zandwinningsactiviteiten hebben op het functioneren van het ecosysteem van de zeebodem.
Sierra Ventana
Binnen dit kader ondernam het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) in samenwerking met de Universiteit Gent in september een trip naar de zandwinningszone ‘Sierra Ventana’ aan boord van de RV Belgica. De afgelopen twee jaar had het ILVO al staalnames gedaan in de drie andere andere winningsgebieden – Thorntonbank, Oostdyck en Noordhinder).
De Sierra Ventana heeft relatief fijne zandfracties in vergelijking met het grovere karakter van de andere zandwinningsgebieden. Daarnaast functioneert de Sierra Ventana niet alleen als zandwinningsgebied, maar ook als stortplaats. Dat betekent dat de zandreserves in deze zone incidenteel aangevuld worden met baggerspecie, wat hergebruik van het zand mogelijk maakt.
Staalname
Om de impact van zandwinning op het functioneren van het ecosysteem van de zeebodem in Sierra Ventana te beoordelen, hebben we de bemonsteringslocaties strategisch gekozen op basis van de meest recente zandwinningsactiviteiten van sleephopperzuigers. Zo konden we bepalen welke zone binnen het gebied het meest intensief gebruikt wordt voor zandwinning.
Wat bedoelen we met het functioneren van een ecosysteem en waarom is dat belangrijk?
Het functioneren van een ecosysteem omvat de interactie tussen alle natuurlijke processen die een ecosysteem in stand houden. Het omvat de wisselwerking tussen levende organismen, hun fysieke omgeving en de biogeochemische cycli (vb. koolstof- en stikstofcycli) die samen de stroom van energie en materie binnen een ecosysteem beïnvloeden.
Voorbeelden hiervan zijn de regulering van populaties, de kringloop van voedingsstoffen en de koolstofstroom door een ecosysteem. Al deze processen dragen bij aan de stabiliteit en veerkracht van het ecosysteem. Gezonde en stabiele ecosystemen leveren waardevolle ecosysteemdiensten op die bijdragen aan ons menselijk welzijn (Naeem et al., 1999; Reiss et al., 2009).
Nadat de bemonsteringslocaties waren gedefinieerd, hebben we een core box op de zeebodem geplaatst om onverstoorde sedimentmonsters uit de bovenste 15 cm te verzamelen. Op die manier hebben we maar liefst 14 verschillende biologische, fysische en chemische parameters gemeten.
Deze metingen zijn zowel in een impactzone als in een referentiezone uitgevoerd. Door een dergelijk scala aan verschillende variabelen te bemonsteren, kunnen we belangrijke natuurlijke processen bestrijken die het ecosysteem van de zeebodem in stand houden (bijvoorbeeld de koolstofcyclus).
Referenties
Naeem, S., Chapin Iii, F. S., Costanza, R., Ehrlich, P. R., Golley, F. B., Hooper, D. U., Lawton, J. H., O’Neill, R. v., Mooney, H. A., Sala, O. E., Symstad, A. J., & Tilman, D. (1999). Biodiversity and Ecosystem Functioning: Maintaining Natural Life Support Processes. Issues in Ecology, 4(11).
Reiss, J., Bridle, J. R., Montoya, J. M., & Woodward, G. (2009). Emerging horizons in biodiversity and ecosystem functioning research. Trends in Ecology and Evolution, 24(9), 505–514.
Copyright
Dit verslag werd oorspronkelijk in het Engels opgesteld door:
- Nanou Goedefroo, onderzoeker aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en binnen de onderzoeksgroep Mariene Biologie aan de Universiteit Gent; en
- Abril Reynés Cardona, onderzoeker binnen de onderzoeksgroep Mariene Biologie aan de Universiteit Gent en binnen de onderzoeksgroep Marine Ecology and Management (MAREM) aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit verslag mag openbaar worden gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.